FAQ
Personeel
Wat moet ik doen als ik personeel in dienst neem?
- U moet het formulier 'melding loonheffingen voor de werkgever' invullen en opsturen naar de Belastingdienst. U bent vervolgens verplicht om periodiek aangifte te doen voor de loonheffing en een loonstrook te geven aan uw personeel. U moet ook elk jaar een jaaropgave overhandigen.
- Bij het aannemen van personeel moet u een arbeidsovereenkomst afsluiten.
- Kopie bewaren van identiteitsbewijs. Ook moet u het ingevulde formulier 'model opgaaf gegevens voor de loonheffingen' bewaren. Hierop staat of u de loonheffingskorting voor uw werknemer moet toepassen.
- U bent verplicht een risicoinventarisatie en –evaluatie op te stellen op het moment dat u personeel in dienst neemt. Hierin staan de eventuele risico’s voor de werknemers tijdens het werk en de maatregelen daartegen.
- Indien u iemand aanneemt voor een integriteitgevoelige functie kunt u uw toekomstige werknemer screenen.
Wanneer moet ik mijn werknemer een vast arbeidscontract aanbieden?
Er ontstaat een vast contract als:
- Uw werknemer meer dan 3 tijdelijke arbeidscontracten heeft gehad.
- Langer dan 3 jaar gebruik wordt gemaakt van opvolgende tijdelijke contracten.
Er is sprake van opvolgende tijdelijke contracten als ze elkaar met een tussenperiode van 6 maanden of minder opvolgen.
Welke verzekeringen kan ik het beste voor mijn personeel afsluiten?
Bij ziekte of arbeidsongeschiktheid van personeel is de werkgever verplicht maximaal 2 jaar 70% van het salaris door te betalen. Hiervoor kunt u een ziekteverzuimverzekering afsluiten. Een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven dekt de aansprakelijkheid bij nalatigheid of fouten van het personeel.
Moet ik loon doorbetalen als mijn werknemer ziek is?
De basisregel is dat u 2 jaar lang minimaal 70% van het loon van een zieke werknemer doorbetaalt. En over twee jaar genomen maximaal 170% met gedurende het eerste jaar een ondergrens van het wettelijke minimumloon. Als uw werknemer een tijdelijk contract heeft, dan betaalt u uw werknemer zolang het contract loopt.
Het kan voorkomen dat uw werknemer op basis van afspraken in een CAO of de arbeidsovereenkomst aanspraak kan maken op een hoger percentage dan 70%.
Als een werknemer meerdere perioden achter elkaar ziek is, met een tussenpauze van minder dan 4 weken, geldt dit als 1 periode met de voorgaande ziekteperiode. Ook periodes waarin een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is of op therapeutische basis werkt, worden als periode van ziekte aangemerkt. Als uw werknemer 5 weken weer aan het werk is en wederom ziek wordt, gaat de termijn van 2 jaar opnieuw in.
Wanneer hoef ik mijn werknemer niet door te betalen bij ziekte?
- Er kan in de arbeidsovereenkomst opgenomen worden dat de werknemer geen recht op loon heeft gedurende de eerste twee dagen van de ziekte, dit zijn de zogenaamde wachtdagen.
- Als de ziekte met opzet is veroorzaakt door de werknemer of de werknemer heeft bij een eventuele aanstellingskeuring valse informatie gegeven. Sportblessures, al dan niet het gevolg van een gevaarlijke sport, vallen volgens vaste rechtspraak niet onder dit criterium.
- Als de werknemer zijn genezing vertraagt of belemmert.
- Als de werknemer in staat is om passende arbeid te doen, maar hij deze arbeid weigert.
- Als de werknemer redelijke verzuimvoorschriften weigert na te komen en/of weigert mee te werken aan een plan van aanpak.
- Als de werknemer een eventuele arbeidsongeschiktheidsuitkeringaanvraag zonder goede reden te laat indient.
Moet ik het loon doorbetalen aan een werkneemster met zwangerschapsverlof?
Ja, u moet 100% van het loon doorbetalen. Dit bedrag wordt door het UWV aan u vergoed. In sommige gevallen, zoals bij afloop van het dienstverband, zal het UWV direct aan uw werknemer uitkeren.
Uw werknemer heeft recht op minimaal 16 weken zwangerschapsverlof.
Wat houdt de werkkostenregeling in (WKR)?
De werkkostenregeling houdt in dat u 1,92% (voor 2024) van uw fiscale loonsom tot € 400.000 van de werknemers van uw onderneming kunt besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. Boven € 400.000 geldt 1,18%. Dit wordt ook wel de vrije ruimte genoemd. Daarnaast zijn er een aantal vrijstellingen en zogenaamde nihilwaarderingen die niet binnen de vrije ruimte vallen. Voorbeelden van deze vrijstellingen zijn de kilometervergoeding van € 0,23 per kilometer, verhuiskosten en studiekosten.